De berging

De geschiedenis van een dorp is meestal genoegzaam bekend.
Alles is geweten, alles is gekend
Of toch niet helemaal.
Toen BAHA (Belgian Aviation History Association) in de zomer van '97 het Halifax-vliegtuig uit het moeras van Schendelbeke haalde bleek dat onze regio tijdens de Tweede Wereldoorlog als het ware geteisterd werd door neerstortende vliegtuigen.
Oorlogsfeiten die gedetailleerd beschreven staan in het boek "40-45 boven Schelde, Dender en Durme" van Cynrik De Decker/Jean-Louis Roba uitgegeven door uitgeverij De Krijger.
Toen Radio Data verslag uitbracht van de Halifax in Schendelbeke doken plots getuigen op die weet hadden van een gelijkaardig feit in Lierde. En meteen konden bevestigen wat in vermeld boek beschreven staat.
Voldoende voor Radio Data om dit laatste Lierdese mysterie te ontrafelen.


eerste bodemdetectie

eerste grondonderzoek.
In juli 1998 werden door Radio Data de eerste getuigen opgezocht. Deze zorgden ervoor dat er voldoende gegevens verzameld werden om op 15/11/98 een eerste bodemdetectie te doen. Spoedig werd de exacte locatie van de Avro Lancaster DX-P gevonden. De daarop volgende weekends werd de bodem uitgebreid onderzocht wat resulteerde in heel wat artefacten van het neergeschoten vliegtuig. Voldoende om te beslissen een uitgebreidere berging te organiseren. Ook het historisch onderzoek werd verder gezet. Zo vond het team de familie van de enige overlevende, de Nieuw-Zeelander Roden Pickford (hij overleed jammer genoeg in 1987), en van de overige gesneuvelden.Ook met het 57 Squadron, een RAF-eenheid die zich vandaag bezighoud met de opleiding van vliegeniers op de C-130 Hercules, werden contacten gelegd.

Op zaterdag 11 september 1999 was het zover..."DE BERGING".
Omstreeks 7 uur arriveren de eerste bergers. Er was een bleek zonnetje en het veld lag er stil bij onder een dunne mistlaag. Danny schoot onmiddellijk in actie met zijn detectieapparatuur zodat tegen 8 uur alle te onderzoeken plaatsen aangeduid waren.
En op het ogenblik dat de zon de laatste mistflarden van het veld joeg, startte de kraan, met achter de stangen landbouwer Johan Vindevogel, met het opgraven van de plaats waar in 1942 de Lancaster DX-P zich met donderend geraas in de grond boorde.

na een eerste detectie wordt
reeds naar stukken gezocht


de kraan komt in actie
Bijna onmiddellijk begon de aarde zijn geheimen prijs te geven. Stukken verwrongen alluminium, patronen en elektrische leidingen. Het seinpistool (eerder vonden we al een uitgebrande vuurpijl) en een zuurstoffles. Dit kon er op wijzen dat we in de buurt van de cockpit of koepel zaten. Ons vermoeden werd bevestigd. Vrij vlug kwamen de resten boven van wat de zitting van de pilotenstoel moet zijn geweest. Verwrongen ijzerdraad en wol, die het zitten tijdens de lange vluchten toch enigszins draaglijk moesten maken.
Een pronkstuk was de brandblusser, vrijwel volledig intact, met de gebruiksaanwijzing er nog duidelijk op.
Ook flarden van de kledij en de riemgesp, waarschijnlijk van P/O Bowles.
De graafmachine begon de put te vergroten en we stootten na korte tijd op zaken die naar de navigator verwezen. Twee vondsten waren opmerkelijk: een set passers, waarmee navigator Eric Mulholland waarschijnlijk de laatste koers uittekende, en een GEE radar. Dit laatste toestel was tijdens de oorlog militair geheim, en er werd verondersteld dat het pas veel later operationeel werd ingezet.
eerste zoektocht in de put
Er kwam ook nog een zender aan de oppervlakte en heel wat niet onmiddellijk te identificeren onderdelen. Bevestigingen, bouten, leidingen, bomhaken, resten van brandbommen, aandrijfmotoren, kamwielsystemen om de roeren te bedienen enz...

de bedrijvigheid in de put

algemeen overzicht van de berging
Voortdurend was een ploeg bezig in de put om de kraan instructies te geven, daarnaast was een team op speciaal gemaakte ziften aan het zeven, anderen waren stukken aan het kuisen en sorteren. Echt grote stukken kwamen niet aan de oppervlakte wat er op wees dat de impact waarmee het toestel crashte en de daaropvolgende ontploffing verschrikkelijk moet zijn geweest.
de aarde wordt gezeefd om kleinere stukken te vinden

de kraan op zoek naar de motor
Terwijl de werken vorderden kwamen ook de eerste kijklustigen op de site. De meesten werden op enige afstand gehouden om de werken niet te hinderen. Onder hen enkele ooggetuigen, die we wel een korte rondleiding gaven, terwijl we nogmaals luisterden naar hun verhaal. We konden er trouwens uit opmaken dat de Duitsers hun bergingswerk uitzonderlijk goed gedaan hebben, want zelf 3 van de 4 motoren werden toen uit de bodem getakeld. Dit laatste gegeven was intressant voor ons omdat dit erop zou wijzen dat de 4e motor zich nog op het veld zou bevinden. Vrij vlug kon die trouwens gelokaliseerd worden.
Jammer genoeg zat hij volledig onder het drainagesysteem van het veld zodat bergen onmogelijk bleek wilden we geen schade berokkenen aan het systeem. Wel vonden we nog de inslagkrater en resten van de aan stukken geslagen buiten stuurboord motor.
Een komische situatie was toen een omwonende kwam vertellen dat bij hem thuis nog een stuk van de Lancaster lag. Vol ongeloof trokken enkelen erheen en kwamen inderdaad terug met een steunbalk uit het vliegtuig. Meegenomen in 1942, had het tot 1976 gediend als steunbalk boven de deur van een woning. Sedertdien lag het bij andere rommel in de tuin. Nadat in de namiddag de vondsten werden getoond aan de pers en aan enkele lokale politici, werd het stilaan tijd om de werken te beeindigen. Er gebeurde nog een laatste rudimentaire selectie van de wrakstukken, en toen zette de kraan zich voor de laatste maal in beweging voor het dichten van de putten.


kuisen en sorteren van de gevonden stukken


de steunbalk met zijn eigenaar


de inzet van het bergingsteam

Een mooi gebaar was toen een helicopter van de firma Sky Projects luchtfoto's kwam nemen, en er even landde, en toen een Pitts, een Cessna en een Piper van het vliegveld van Geraardsbergen een groet kwamen brengen.
Alles werd ingeladen en het veld werd opnieuw in zijn oorspronkelijke staat gebracht.
Enkel de omgewoelde aarde herinnerde nog aan de rampzalige nacht van 21/12/1942.

luchtfoto's genomen door de mensen van Sky Projects


de kepi van Roden Pickford, de enige overlevende
Bedoeling van dit alles is dit vrijwel vergeten feit aan iedereen kenbaar te maken, op 6 en 7 mei 2000 een tentoonstelling te organiseren rond deze oorlogsgebeurtenis en een gedenkteken op te richten op de wijk Kakebeke om de herinnering in ere te houden van 6 vreemde vliegeniers die in Lierde stierven, ver van huis.


21 dec 1942--de bemanning--het vliegtuig--de duitse schutter
enkele verhalen--gevonden voorwerpen-- diverse contacten